Over dit gebied
De Dyksputten zijn opvallende elementen in het landschap. Je vindt ze aan de binnenkant van de Deltadijk, tussen Harlingen en Koehool. De kleiwinning, eind negentiende eeuw, was noodzakelijk voor het ophogen van de zeedijk.
Na deze grote graafpartij bleven lage, aflopende graslanden over. Op de watergrens ontstonden slikkige strandjes. Plevieren en strandlopers maken dankbaar gebruik van deze strandjes tijdens hun speurtocht naar voedsel. Bij vloed en slecht weer zijn deze putten geschikt als veilig toevluchtsoord voor de vogels die de onstuimige Waddenzee verlaten. Ze doen dan ook dienst als hoogwatervluchtplaatsen.
Je ziet ze vliegen en groeien langs de zeedijk
De verschillende landschapselementen hebben allemaal hun eigen bijzondere aantrekkingskracht. De elementen Doanjumerleech en het Bûtlân by Boer zijn geliefd bij de weidevogels. Zo hebben de Dyksputten een grote aantrekkingskracht op vogels, zoals kokmeeuwen, kuifeenden, dodaars, de kleine karekiet en de roerdomp, en planten. Waar het riet niet te dicht is, groeit het zeldzame zilt torkruid. Daar waar sprake is van zoute invloeden in het grasland groeien ook planten, zoals aardbeiklaver, stomp kweldergras, melkkruid en knolvossenstaart. De hoge concentratie kalk is te zien aan de groei van planten als fraai duizendguldenkruid en zeegroene zege.